C. Noodprocedures en veiligheidsmaatregelen

Wanneer zich op de locatie gevaarlijke incidenten voordoen, waaronder maar niet beperkt tot de hieronder beschreven situaties, moet de persoonlijke veiligheid van alle aanwezigen onmiddellijk worden gewaarborgd en moeten onze service-engineers worden gecontacteerd.

C.1 Wanneer een batterij valt of een zware impact ondergaat

• Indien er duidelijke tekenen zijn van geur, schade, rook of brand, evacueer onmiddellijk alle personen uit de omgeving.
  Bel de hulpdiensten, neem contact op met professionals, en laat uitsluitend deskundig personeel het vuur blussen met geschikte blusmiddelen.

• Indien er geen zichtbare vervorming, schade, geur, rook of brand is, handel dan alleen verder wanneer dit veilig kan:

  • Opslaglocatie: evacueer het personeel, laat professionals de batterij met mechanische hulpmiddelen naar een open en veilige plaats verplaatsen.
    Neem contact op met onze service-engineer, laat de batterij één uur staan, en controleer of de temperatuur stabiel blijft binnen kamertemperatuur ±10 °C voordat verdere stappen worden genomen.

  • Locatie van een energiesysteem: evacueer het personeel, sluit de deur van het systeem, laat professionals de batterij met mechanische hulpmiddelen naar een veilige, open plek verplaatsen,
    neem contact op met onze service-engineer, en wacht één uur voor verdere behandeling.

C.2 In geval van overstroming

• Schakel het systeem uit, maar alleen als dit veilig kan gebeuren.

• Indien een deel van de batterij onder water staat, raak de batterij niet aan om elektrocutie te voorkomen.

• Gebruik nooit batterijen die onder water zijn geweest; neem contact op met een erkend recyclingbedrijf voor afvoer.

C.3 In geval van brand

• Schakel het systeem uit, mits dit veilig kan gebeuren.

• Gebruik CO₂-, FM-200- of ABC-poederblussers om het vuur te doven.

• Brandweerlieden moeten contact met hoogspanningsonderdelen vermijden vanwege het risico op elektrische schokken.

• Wanneer de batterij oververhit raakt, kan deze vervormen, beschadigd raken of elektrolyt laten lekken, wat giftige gassen kan veroorzaken.
  Draag ademhalingsbescherming en houd afstand om huidirritatie en chemische brandwonden te voorkomen.

C.4 Wanneer het blusmiddel wordt geactiveerd of brand uitbreekt

Aanbevelingen voor operationeel en onderhoudspersoneel:

a. Evacueer onmiddellijk het gebouw of het systeemgebied, activeer het brandalarm en bel direct de brandweer.
Geef de brandweer relevante informatie, waaronder het type batterijpakket, de capaciteit van het opslagsysteem en de plaatsing van de batterijen.
b. Betreed nooit opnieuw het brandende gebouw of open de deur van het opslagsysteem.
Isoleer het terrein en laat geen onbevoegd personeel toe.
c. Schakel, indien mogelijk, op afstand de stroomvoorziening van het systeem uit (zoals de slimme verdeelkast, energiecontroller, hulpspanning of combinerbox).
d. Wanneer brandweerlieden arriveren, verstrek opnieuw alle relevante productinformatie.
e. Nadat de brandweer bevestigt dat het vuur volledig is gedoofd, mogen alleen bevoegde professionals het systeem openen en de situatie afhandelen volgens lokale regelgeving.
f. Na afloop van het incident: neem contact op met onze service-engineer voor een beoordeling en eventuele onderhoudswerkzaamheden.

Aanbevelingen voor brandweerpersoneel:

a. Raadpleeg de informatie verstrekt door het onderhoudspersoneel (batterijtype, systeemcapaciteit, locatie, handleiding, enz.).
b. Open de deur van het opslagsysteem niet voordat de interne veiligheid is bevestigd.
c. Volg altijd de lokale brandveiligheidsvoorschriften bij de bestrijding van branden.